- masse
- masse [maas]〈v.〉1 massa ⇒ massief stuk, blok2 〈natuurkunde〉massa3 menigte ⇒ massa, grote hoeveelheid 〈aantal〉 ⇒ 〈meervoud〉 de grote massa, de volksmassa's4 (totaal)bedrag ⇒ fonds, kas, pot, inleg5 〈beeldende kunst〉partij ⇒ massa6 〈juridisch〉boedel7 〈techniek〉moker ⇒ drijfhamer, klophamer8 〈techniek〉aardsluiting♦voorbeelden:1 s'endormir comme une masse • als een blok in slaap vallentaillé dans la masse • uit één stuk gesneden, gehouwentomber comme une masse • als een blok neervallen3 les masses laborieuses • de werkende klassela masse, la grande masse de • het grootste gedeelte, het merendeel vanen masse • massaal, in menigte, in groten getale〈informeel〉 avoir de l'argent en masse • een hoop geld hebben〈informeel〉 il n'y en a pas des masses • er zijn er niet al te veel, het houdt niet over4 masse de manoeuvre • financiële reservemasse monétaire • geldcirculatiemasse salariale • totale loonsom6 masse de la faillite • failliete boedel8 mettre (le courant) à la masse • aarden1. f1) massa2) menigte3) grote hoeveelheid4) totaliteit, geheel5) pot, inzet, inleg6) boedel [juridisch]7) klophamer [techniek]8) aardleiding [techniek]9) staf met gouden/zilveren knop2. massesf plvolksmassa's
Dictionnaire français-néerlandais. 2013.